10-07-2010 - 30-09-2010
De Overtuin
In 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. Armoedige gezinnen, veelal uit de grote steden, werden geholpen een bestaan op te bouwen als boer op de woeste Drentse grond. Toen in 1823 bleek dat sommige mensen niet uit vrije wil ‘geholpen‘ wilden worden, is de dwangkolonie Veenhuizen gebouwd.
De verpleegden werden te werk gesteld, en zorgden met elkaar voor een complete afgesloten samenleving met boerderijen, fabrieken, een slachthuis, een hospitaal en drie kerken.
Vanuit de royale woning kon de directeur van Veenhuizen uitkijken over zijn Overtuin.
Sinds 1981 is de strafkolonie toegankelijk voor mensen buiten Veenhuizen.
De thema’s die in deze minimaatschappij hebben gespeeld zijn dezelfde als de thema’s die in de rest van Nederland speelden en nog steeds spelen.
Veenhuizen heeft als proeftuin gediend.
Nu bijna 200 jaar later is de Overtuin een plek waar vragen gesteld kunnen worden over de maakbaarheid van de wereld en de mens. Het zal gaan over voedsel, de samenleving, de (natuurlijke) omgeving en het gebruik daarvan.
Vier beeldend kunstenaars en de Kift zijn gevraagd om hun verhaal te vertellen aan de oude directeur van de Overtuin en iedereen die het maar wil horen.
De houten borden met teksten van Martijn Engelbregt roepen aardig wat irritaties op bij veel bewoners van Veenhuizen. De borden zouden zorgen voor onveilige verkeersituaties, maar bovendien erg lelijk zijn.
Een paar van de houten bordjes zijn onlangs vernield en in het water gegooid.
De meeste bordjes, hoe lelijk ook, zijn erg nat, afgebroken en er slecht aan toe. Organisator Sjef Meijman heeft in samenspraak met Martijn Engelbregt een adoptie plan opgesteld.
Buurtbewoners die zich betrokken voelen bij het lot van de bordjes kunnen zich melden om een bord ter adoptie te nemen.
Zo kunnen de borden mooi opdrogen en rustig van de schrik bekomen.